Thuiswerken of toch op kantoor? Over die vraag zijn werkgevers en werknemers het vaak oneens, zo blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener en salarisverwerker ADP.

Bijna de helft van de ondervraagde Nederlandse werknemers vindt dat de werkgever niet flexibel genoeg is als het gaat om de plek waar het werk moet worden gedaan.

Dat terwijl werknemers juist veel waarde hechten aan de mogelijkheid om thuis te werken. Het enige wat een grotere rol speelt bij het kiezen van een nieuwe werkgever, is het salaris, concludeert ADP.

Op steun uit Den Haag hoeven de thuiswerkers ook niet te rekenen. De thuiswerkwet van D66 en GroenLinks is daar eind september gestrand in de Eerste Kamer. De twee partijen wilden dat werkgevers een verzoek om thuis te mogen werken niet meer zomaar zouden mogen weigeren.

Werknemers verwachten de komende vijf jaar dan ook weinig extra flexibiliteit van de werkgever wat betreft het thuiswerken en het indelen van de eigen uren, volgens ADP.

De huidige realiteit is dat 35 procent van de werknemers elke dag op kantoor moet zijn, meldt de HR-dienstverlener en salarisverwerker. Ongeveer 1 op de 5 werknemers mag dit volledig zelf bepalen.

Werknemers zijn minder vaak, maar wel langer ziek

Ondanks de voor velen niet ideale werksituatie, neemt het ziekteverzuim af. Het totaal aantal verzuimgevallen ligt dit jaar tot dusver ongeveer 20 procent onder dezelfde periode vorig jaar. Dat meldt de Arbo Unie dinsdag in een persbericht.

Wel zijn werknemers langer ziek, gemiddeld 41 dagen in 2023 ten opzichte van 35 dagen in 2022, en maken werkgevers die uitvallen zich vaker zorgen over hun financiële situatie dan vorig jaar.

LEES OOK: Werken op een vakantieplek: dit zijn de kosten van een ´workation´ en dit levert het je op